MILJARDEN FLARDEN 228
MILJARDEN FLARDEN 228
Ballade van de boer. Hij (Zij) verdwijnt in de uitgestrektheid van de steden en de metropolen, niet meer in de weidsheid van velden en landerijen. Zij (Hij) heeft niet langer hoeve, stee of erf. Nee: het heet bedrijf. Hij komt alleen nog op tv in feuilletons en bij grote droogte. Zijn paardenkracht is een fabel uit de oude tijden van hooi en riek. Zijn dagen en zijn dieren zijn geteld. Zijn gewassen zijn niet opgewassen tegen beslissingen van hogerhand. Hij is niet langer baas over eigen land. Een ploeg woorden ter ere van de boer, zij het zuivel of spek, weze het weide of velden, door de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.