MILJARDEN FLARDEN 470
MILJARDEN FLARDEN 470
Elke dag kijk ik met genoegen uit op drie bomen in mijn blikveld. Slechts een ervan staat in mijn eigen tuin, want die is vrij klein. Ooit stond hier nog wel een bescheiden exemplaar, met grootse groeiplannen. Op een zomeravond maakte een gezellige maar vergeten kaars daar echter een einde aan. De notelaar bevindt zich op een openbaar lapje groen. De plataan ook, vijftig meter verderop. Hier bij ons prijkt een vrolijke treurberk die des zomers als natuurlijke parasol dienstdoet. De drie kruinen schilderen en borstelen met hun tentakels mijn luchten. Soms ruisen ze. Soms druisen ze. Soms zwiepen ze. Het is er me vooral om te doen de wind aan die bomen af te lezen. Wind is te vaak onzichtbaar. Je hoort hem wel tollen en gieren, maar het oog wil ook wat. Teneinde bladstilte te vermijden even samen bladeren en een boom opzetten met de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.