MILJARDEN FLARDEN 110
MILJARDEN FLARDEN 110
Het smalste steegje in mijn stad van toen. Eén raam in het enige kleine huis, waarachter een horlogemaker werkte, met zicht op de blinde muur vlak voor hem. Hij had drie ogen. Hij kon de tijd stil doen staan. Hij kon die weer doen tikken. Ondanks het nabije bonzen van veel zwaardere kerkklokken en de dubbele pijlen van de torenwijzers die ongenadig de tijd pelden. Eenmaal twaalf geworden, deden we die tijd om onze pols, om hem niet te verliezen. Zonde van elke seconde die vervolgens verleden tijd werd. Alleen op school werd die ‘onvoltooid’ genoemd. Een kind van zijn tijd: de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.