MILJARDEN FLARDEN 127
MILJARDEN FLARDEN 127
Zijn buurjongen Roland mocht niet leven van Onze-Lieve-Heer-met-een-hoofdletter. Ondanks alle Gewijde Geschiedenis moest hij al dood in de zesde klas van de lagere school. Nooit zou hij bloedsinaasappelijs proeven, iemand op de maan zien stappen of een pint morsen op Pukkelpop. Noem het lot, noem het god, noem het zot, verdomd, jezuïet of suskewiet: al dat geschep in die zesdaagse, waartoe diende dat dan? Hij denkt er inmiddels het zijne over: de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.