MILJARDEN FLARDEN 129

 MILJARDEN FLARDEN 129

Speciale editie: het Vederlands, ofte Nederlands met een pluimpje.                                                   

Achterbaksel: lastig nageslacht op de achterbank van een auto.
Afkoriaans: afko-taal. Bv. nimby, nivea. Fffff googelen.
Antibeautica: middel tegen te schone schoonheid.
Appartemens: persoon levend op eenzame hoogte.
Asbest: as op z'n best. Op z'n asbest: niet op z'n paasbest. Dood.
Ashole: urne. Zonder oren, met inscriptie: ‘Hier heb je geen vat op’.

Baasontsteking: woedebui van iemand die het voor het zeggen heeft.
Banaba: bonobotaal op hogeschoolniveau.
Basielzoekers: in de aap gelogeerde Fawlty Towers-achtige hotelgasten.
Belgrim: Belg die ijvert tegen de barst in België.
Binnenpretparkje: aardig stadstuintje. 
Bewijsbegeerte: drang naar vraagstukken en hun oplossingen; drang om te meten.
Briesvak: tribunecompartiment van diehards.
Bukwind: ontsnappende darmlucht tijdens het bukken.
BV: Bekende Vederlander.

Cakeje?: Vederengels voor Kijk je? Of Keek je?
Curryculum: levensloop van een kok.
Coureur locale: kermisrenner of -renster.
Chemie: bekend restaurant.

Demonstructie: mix van demonstratie, instructie, constructie, deconstructie en demolish.
Diadeemstering: aanval van flauwte bij het ondergaan van andermans diareportage. 

Enterprise (The): Engels stopcontact.
Europa: vrijgevige opa op 1 januari.

Fluisternis: schemertoestand van ingetogenheid. 
Flestiek: plastic fles.
Fauto: foto van een auto.
Fiscuswerpen: dubbel boekhouden.
Fouto: foto van een lelijke auto of lelijke foto van een auto.

Galopkak: diarree (synoniem: spreadshit).
Geboorte-ontperking: ooigevaar.
Glasnosticus: gelooft niet in dooi.
Godspot (ook: G-plek): kerk.
Gooikoorts: dronken drang om met alles te gooien.

Hakcent: cijfer na de komma.
Hoofddrol: directeur van de lege dozen, vooral ‘managing’.
Hoolifant: volslanke nietsontziende voetbalgeweldenaar met frustratie betreff. kleine slurf.

I-A: het omgekeerde van A(d) (I)nterim.
IJshokkie: iglo.
Individuo: duo dat onlosmakelijk tot één specifiek geheel behoort. Voorbeeld: de kont.

Jawoord: nee.

Keereweeromweer: slechter weer dan je eerst gedacht had.
Kerker: vergrotende trap van kerk.
Kijkgelijke: lookalike, dubbelgang(st)er.
Kontainer: omvangrijke hoeveelheid zitvlees. 
Korstdag: tweede kerstdag.
Kluisteraar: toehoorder bij Een Dichter Leest Voor Uit Eigen Werk.
Krenggesprek: discussie met een tang van een wijf.

Laatste roestplaats: autokerkhof.
Lachmerrie: noodgedwongen te ondergane mop waar je niet mee kan lachen.  
Liggende wip: bepaalde schietsport.
Luchtmisdrijf: ongezonde uitstoot.

Manama: bonobotaal op universitair niveau.
Mayonijsje: smeltend ijsje.
Millenniummers: die zijn geboren tussen 2000 en 2010.
Miskunde: het buisvak wiskunde.

Neerslagtigheid: herfst in je hoofd.   
Nelders: nergens anders.
Neuzelarij: neusinhoud. 
Nopdat: opdat niet (zoals in 'lest we forget').
Nostaligie: heimwee naar kaarsen, wierook, missalen en Latijnse missen.

Onderdegrondstopping: teraardebestelling van een vijand. 
Ooigevaar: schaap dat in wolf veranderd blijkt te zijn. Mogelijke zwangerschap.

Papenkruis: ultramontaan kruisteken.
Persbericht: pasgeboren baby.

Quotiënt: spoorloos patiënt.

Religeus: probeert ongelovig te zijn. Non-believer.
Rotterdame: kerk als toevlucht gebruikt door vooral havensloeries & -sletten.
Roverheid: corrupte overheid.
Rushuis: rusthuis in de fik. 

Scheldklier: overspannen mens die met overslaande stem iemand de mantel uitveegt.
Sms: afko van smoes. 
Seriewoordenaar: romanschrijver. 
Stopcontract: ontslag.

Temperavent: bij koude temperatuur schaars geklede man. Variant: temperamens.
Tweehonderd: een duo sufferds van honden, vergelijkende trap. 
Turnzak: bedorven Nederlands voor slechte leraar gymnastiek.

Ukkelpop: de Vlaamse weervrouw met dienst.
Upperdog: met das opgeknoopt kaderlid uit de bovenwereld.

Vakbons: werkloosheidsuitkering of gouden handdruk of hoge pief in de vakbond.
Videoot: mens zonder papieren of beeldbuizerd.
Vlameling: Vlaming die zich niet meer thuis voelt in het multiculturele Vlaanderen.

Waanhoop: ijdele hoop.
Webdracht: taak op het internet.
Wisdaad: perfecte moord.
Woelrenner: onbetrouwbaar eindspurter.
Wijnbegeerte: alle wijsheid in een kan.

X: afko voor ‘k zal lang moeten zoeken.

Y: Griekse schiereiletter.

Zaagmeel: ongevraagd steeds weerkerend mailbericht.
Zakjapanner: kleine Japanner. 
Zinsverduistering: kaduke zinsbouw, grammatica wordt dramatica. 
Zinsopgang: verbetering in schrijven en spreken.

Uw veerman: de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.

Populaire posts van deze blog

MILJARDEN FLARDEN 201

MILJARDEN FLARDEN 279

MILJARDEN FLARDEN 348