MILJARDEN FLARDEN 551
MILJARDEN FLARDEN 551
Er weerklonk Russisch-orthodox gezang in de decanale kerk Sint-Pietersbanden. Er kwam een oud vrouwtje binnen dat vroeger hout sprokkelde in februari. Ze droeg een zwarte hoofddoek. Haar gezicht leek op een appeltje uit de vorige herfst. Die brandende kus dus van de dorst naar God en dat gesloten oog van het godvrezende geloof: het was zo dat ze op die stoel van de eeuwigheid zat en bad. Onder haar klitte een chiclet. Uit welke godvergeten jongenssmoel? Dat vroeg zich af, gezeten op de heidense laatste bank achter in de kerk, de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.