MILJARDEN FLARDEN 33
MILJARDEN FLARDEN 33
Rijmvis. Het is wat het is: ansjovis. Wat mot, dat mot: sprot. Ai mij, niet blij: skrei. Ei zo na vis van het jaar, gelukkig kieuwjaar: kaviaar. Toch nog in de trog: rog. Noch mossel noch vis: koester de oester. Zo uit zee, vers en vis: de eetbaars. Kijk, het leeft: kreeft. Asjemenou: kabeljauw. Meer min kabaal: leve de garnaal. Zoetwater: kloek voor de snoek. Stuur die lui aan wal: vis zelf. Ogenblik, open blik: misschien sardien? Verwar niet met schar: schol. Smaakvol als schol: schar. Festijn zonder pruimen: tonijn. Ving, vang, vong: tong. Heel veel: makreel. Kalm, het is maar zalm. Vis platinées? Mis, da’s geen vis. Aan de lijn, klaar: vissen maar! Een vinnig lijstje, net opgevist door de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.