MILJARDEN FLARDEN 45
MILJARDEN FLARDEN 45
De cloud van geroep en gezang en gebrul die uit het stadion opstijgt en meegevoerd door de wind tot hier te horen is, kan ik noch als vrouwelijk noch als mannelijk noch als menselijk omschrijven. Tribunale voetbaluitbundigheid heeft namelijk iets geslachtsloos, iets massaals en iets laveloos, vind ik. Het leidt een rauw, schor en primitief bestaan waarin eender welke eigen stem tegelijkertijd onherkenbaar gesmoord maar ook vermenigvuldigd wordt. Nadat het als een cloud het stadion verlaten heeft, neemt het de vorm aan van een atoompaddenstoel, een zwerm sprinkhanen of een gigantische bloemkool. Een notitie n.a.v. KV Kortrijk (de ‘Kerels’) tegen FC Brugge (de ‘Boeren’) op een milde doch buiige maartzaterdagmiddag omstreeks het vierde uur na de noen door de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.