MILJARDEN FLARDEN 46
MILJARDEN FLARDEN 46
‘Koeiemorgen zeug,’ zei de ene koe tegen het andere varken, ‘heb je die heisa al gehoord over onze stinkstof?’ ‘Burbi et Knorbi,’ knikte het varken, ‘als ik vragen mag, beste geuierde: komt die materie uit jullie voortoet of kontainer? Boeren of winden?’ ‘Ach, stik in je eigen snuit, spekstinker,’ wedervoer de koe. ‘Als het gaat over stank, hebben jullie wel de meeste weerklank.’ Het weigevoel vertolkt door de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.