MILJARDEN FLARDEN 212
MILJARDEN FLARDEN 212
‘Lampaert Yves.’ ‘Ja, meneer?’ ‘En wat wilt gij later worden, jong?’ ‘West-Vlaming, meneer.’ ‘Dat is geen beroep. Wilt ge niet liever een zittend beroep? Dat verdient beter.’ ‘Coureur, meneer.’ ‘Goed zo, Lampaert, die zit.’ Ware dat geen fijne dialoogflard van de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe?