MILJARDEN FLARDEN 217
MILJARDEN FLARDEN 217
Ukkie, sterveling, eeuweling, mummie. Oude lijven moeten ooit eens sterven. Zij kunnen het licht niet meer aan. Of de lucht in hun röntgenlongen. Er is gerimpel, gepiep en gekreun. Wat nu gezongen na honderd jaren? Ben je dan drenkeling, enkeling? Omringd door dode vrienden, gebroed, gebraad en erfgenamen? Die ook zo gezond gaan leven? Nu staat zelfs je nageslacht hier te beven. Wat willen ze eigenlijk van jou? Dat je doodvalt bij een mijlpaal? Verklaart dat een glas of drie per dag best wel mag? Geeuw: weer een eeuw. De ziel wil graag ter ziele gaan. Waar blijft die verdomde eeuwigheid? In oude gedachten verzonken: de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.