MILJARDEN FLARDEN 226

MILJARDEN FLARDEN 226 

Toen de kippetjes nog keurslijven droegen en ik griffel en lei hanteerde, leerde ik al vroeg het onderscheid tussen feit en fictie. Daardoor moest ik in de derde kleuterklas begin december naar een bank vlak bij de deur verhuizen, want zuster Serafien wist dat ik het wist. Ik zou niet zo hard schrikken als de andere ukken bij de eerste bons en non-alfabetische strooivlaag. Hoe was dat zo gekomen? Op een vorige decemberavond was ik in mijn straat twee sinterklazen in tegengestelde richting tegengekomen, de ene met een Almos tussen de vingers van zijn witgehandschoende hand, de andere met een Sprint tussen zijn harige lippen. En zie: in die derde kleuterklas rook de Almachtige Sint net als mijn Almosvader. Mijn enige bedenking was: ‘Waarom gooit mijn Goedheilig Man met onze-lieve-vrouwtjes naar de kinderen?’ Uit het Grote Boek der Geen Stoute Kinderen dit Jaar: de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.

Populaire posts van deze blog

MILJARDEN FLARDEN 01

MILJARDEN FLARDEN 201

MILJARDEN FLARDEN 150