MILJARDEN FLARDEN 298
MILJARDEN FLARDEN 298
Pot vol blommen of komkommercompost. Anna’s hakken trappen rap alle slakken van dat natte wandelpad plat. Bolle Pol vond op donderdagochtend nog honderd vodden zonder noppen op ’t stoffige stort. Gekwelde Ellen belde met kerst welgeteld zesenzestig ellendige tellen met kleffe Jef. Zulke stugge muggen slurpen dus vlug dubbel gulzig druppels rum plus plumpudding. Imke vist immers nimmer in dit stille winterse glibberige slikkenzwin. Hier kiezen die vier dieven liever tien zielige liefdesliedjes die niet diep kriebelen. Oeps, oei, oef, hoei boei, doei, koekoek, koele groeten van de vermoedelijke Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.