MILJARDEN FLARDEN 315
MILJARDEN FLARDEN 315
Ik ben veertien. In die tijd ben je verdacht als je jong bent. Bezinningsdag geblazen! Een hele kostbare lesdag wordt daarvoor uitgetrokken: donderpreek, heilige mis, biecht, bezinning, stille wandeling, karige maaltijd. Een gouden dag voor het economaat van de school. Zelfs in mijn scholierentijd heeft het al iets middeleeuws: die donderpreek van een of andere gekapmantelde kaalkop met een vreselijk kruis om zijn nek. Wij, het luistervee, worden daartoe in een grote studeerzaal samengedreven. Zes surveillanten (vijf ervan dragen lange zwarte rokken met 79 knopen van boven tot onder – waren het maar kogelgaten) houden ons in de mot. Een goudmijn voor zo’n Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.