MILJARDEN FLARDEN 334
MILJARDEN FLARDEN 334
Reeds ontsiert een pompoengrimas van oor tot oor de koperen ploert (haymaker, tante Klara, cagnard). De heksen van de herfst beginnen op de begane grond hun kalende bezems te schrapen. Bladeren worden het beu om aan hun bomen te hangen en worden blaren. Na zowel badnatte als gortdroge etmalen vouwen de alom geplaagde toeristen het eierschaalwitte zomertextiel weer in wintermodus. Chronisch en acuut van en met en tot hand en tand gewapend tegen apengriep, covidpokken, paapse knielzucht en holle kiespijn: de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.