MILJARDEN FLARDEN 496
MILJARDEN FLARDEN 496
Enkele flardische gedachten over vintage. 1. Ik mis mijn dommigheid,
mijn onfeilbaarheid, mijn stelligheid, mijn absolutisme, mijn huiver voor rust
en veiligheid. Ik ben nog niet klaar om oud te worden. 2. Onder hedendaagse
jongeren wordt vaak op de grond gespuwd, zoals onze grootouders deden. Wijzelf
hadden geen speeksel te veel. Wij waren de kinderen van een rantsoengeneratie.
3. Doodgaan is erger dan dood-zijn, natuurlijk. Het woord dood ziet er ook
vreselijk hologig uit. Het verticale van verrijzen staat haaks op het
horizontale van sterven. 4. Gezond leven om oud te kunnen worden. En dan, in
afwezigheid van vele vrienden die je al voorgingen, alleen nog omringd door
likkebaardende erfgenamen, aan dat glas cava nippen op je honderdjarigheid. 5. Rimpelrock
– stoelgeld niet vergeten en vooraf zeker plassen. 6. Een goed geheugen kan
alleen geapprecieerd worden door een ander goed geheugen, want anders verdenkt
men je van leugens. It takes one to know one. Overigens rijmt geheugen met
leugen. De rest is kalk en ruis. 7. Karakterkoppen van zekere leeftijd zorgen
in reclames voor enig begrip in verband met licht urineverlies en donkere zure
streekbieren. De mode wil immers dat het weer lente wordt. 8. De omschrijving
‘krasse knar’ vertoont te veel gelijkenissen met kraken, krassen, kniezen en
kneuzen. Zelfs met kar: je hoort een en ander rammelen en sputteren. 9. Ze
hebben me er nooit van verwittigd dat mijn toekomst de oudheid zal zijn. Wie
strijkt die plooien glad? 10. ‘De tijden veranderen,’ zeggen zij die ouder
worden. Altijd de schuld bij een ander leggen. Nee: zij zijn het die
verouderen. Een speciaal geval van outing. Nu hoor je het ook eens van een
ouder: de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.