MILJARDEN FLARDEN 561
MILJARDEN FLARDEN 561
Mijn liefde voor Rusland was zo groot dat ik me plotseling in Finland bevond. Ik was een interessante vijand geweest. Naast mij stapte Dzjerdzjinski van de Tsjeka. De sneeuw knerpte onder zijn laarzen. Overal bossen om ons heen. ‘Laten we even wandelen,’ zei hij. Langzaam staken we de kale witte plek tussen de bomen over. Ik wist dat Dzjerdzjinski niet gewapend was. Hij was mijn vijandelijke vriend en mijn vriendelijke vijand. Eigenlijk een gentleman-kameraad. Hij zou me niet eigenhandig executeren. Straks zou ik eerst de knal horen, en daarna niets meer zien. Gelukkig zond ik nog op de valreep een briefkaart naar de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe.